Muzikale debuutroman

In het sfeervolle debuut Blauwe zomer (Ambo Anthos) van Leo Blokhuis – muziekkenner, radiosamensteller en meesterlijke verhalenverteller bij de jaarlijkse Top 2000 A Gogo – vinden twee jongemannen met verschillende achtergronden elkaar in de muziek. In het Den Haag van de bekrompen jaren vijftig schetst Blokhuis het leven van de oer-Hollandse en gereformeerde Johan, die vinylplaatjes meesmokkelt onder zijn trui, omdat zijn vrome vader de opkomende rock-’n-roll liever uit huis weert. Een straat verderop is Chris met zijn familie neergestreken uit het politiek woelige Nederlands-Indië, waar zij als ‘blanda’s’ gevaar liepen. Eenmaal in het druilerige, grijze Nederland worden Chris en zijn familie echter zonder pardon weggezet als exotische paradijsvogels. Waar de roomwitte en verlegen bassist Johan geregeld gebukt gaat onder het klassieke refo-schuldgevoel, dreigt zongebronsde gitaarvirtuoos Chris ten onder te gaan aan heimwee. Toch laten ze zich niet kisten; dankzij hun gedeelde liefde voor muziek ontstaat er een harmonieuze vriendschap.

Deze dubbele coming-of-age is een lofzang op de Indorock, op het aanklooien in een bandje en op het groeien als muzikant. Niemand kan hun plezier tijdens het spelen zo mooi en levendig beschrijven als Blokhuis. Tegelijkertijd is de roman soms te braaf in zijn behandeling van klassieke muzikanten-dilemma’s: moet Chris kiezen voor de hollandse Klaartje die zo mak en tam is als een lammetje of toch terug naar de bloedmooie en pittige Indische Linda, zijn mysterieuze stille kracht? Moet Johan kiezen voor het grillige muzikantenleven of toch voor het saaie burgermansbestaan? Met wat meer swing in de bespiegelingen zélf, zouden deze tegenstellingen misschien geen clichés zijn geworden. Niettemin vormen de Rocking Blue Boys een liefdevol eerbetoon aan de Indorockers die klem zaten tussen twee culturen maar thuiskwamen in de muziek. 

Verschenen in AD Magazine van 02/10/2019.

Aanbevolen artikelen