Met haar tweede boek Anders, Beter levert Lisa van Campenhout een rijke young adult roman die je meeneemt in het leven van de 17-jarige (en tikkeltje problematische) Maja, die na een mysterieuze gebeurtenis een poosje intrekt bij haar familie in Amsterdam om af te koelen. Maja is blijven zitten op de havo, heeft anger management issues en ontvangt dagelijks nog bedreigingen van boze klasgenoten om iets wat ze op haar vorige school heeft gedaan. Het lijkt haar ouders daarom een goed idee als ze van omgeving wisselt en een poosje onder de hoede komt van haar opgeruimde nichtje Regina. Zo kan ze in haar eindexamenjaar een frisse start maken. Want in tegenstelling tot de gefrustreerde en telefoonverslaafde Maja is Regina een wandelend schoolvoorbeeld van een glanzende millennial in gegentrificeerd Amsterdam: met een staalblauwe blik en een bos beeldige krullen studeert Regina moeiteloos Biologie. Ze bezoekt dagelijks de sportschool, volgt het SLA-saladebar voedingspatroon en verkoopt zelfgemaakte tassen als hobby. Misschien overbodig om toe te voegen: Regina is een prestatiegericht, gedisciplineerd en welopgevoed meisje. Met haar rust en engelengeduld is ze het lichtende voorbeeld van de familie. Maja is meer de puberende Bieber-sloth die graag op de bank op haar telefoon ligt te scrollen.

Regina is als grote en geslaagde nicht altijd een stralend voorbeeld geweest voor Maja, maar als Maja het grachtenpand van haar familie betrekt blijkt er al snel maar weinig gezelligheid te zijn bij haar oom en tante in huis. Ze ziet Regina met haar drukke schema’s bijna nooit. Het pand staat op de tocht, Regina’s deur zit veelal op slot en het gezin eet weinig samen omdat ze nu eenmaal druk, druk, druk zijn. Wanneer Maja semi-per ongeluk een peperdure en exclusieve wijn uit de koelkast heeft gevist en opgedronken, hangt Regina ineens strategisch in de deuropening om haar met deze belastende informatie te chanteren. Ze heeft de macht om Maja naar huis te sturen. Dit zet de toon voor de sfeer tussen de nichtjes, die net als hun spieren snel verzuurt.

Op haar nieuwe privéschool vinden haar klasgenoten het gelukkig alleen maar erg spannend (Van Campenhout begrijpt pubers) dat de kleine Maja met haar blote vuisten iemand te lijf is gegaan, het draagt bij aan een streetwise reputatie, maar de bedreigingen en verwensingen blijven binnenstromen op haar telefoon. Maja besluit op advies van Regina een bijbaantje te nemen bij de sportschool, waar ze onder begeleiding van het blonde engelenhaar en de prodentglimlach van fitgirl Annick havercappu’s met stimulerende heksenpoeders leert maken. Als ze nieuwe vrienden maakt en in de sportwinkel de knappe Quentin tegenkomt, met wie ze op een sloep samen wijn drinkt in de Amsterdamse grachten, lijkt het erop dat Maja een nieuw leven begint op te bouwen. Maar net als haar zelfbeeld begint op te knappen, ontstaan er in het tochtige grachtenpanden clandestiene praktijken, waar Regina haar van begint te beschuldigen. Het bloed van haar bloed is helaas niet het gedroomde voorbeeld dat ze altijd in Maja’s hoofd is geweest. Regina was vooral de belichaming van een idee, een ingesleten familiepatroon en een oud maar vertrouwd verhaal waar Maja op kon terugvallen.

Wat dit verhaal zo’n gedroomde young adult roman maakt is boven alles de ontspannenheid ervan: van de sfeer van een regenachtig Amsterdam-Oost die van Campenhout tot leven roept tot in Zuid dronken worden op een schilderachtig Halloweenfeest, alles wordt zorgvuldig geschetst. We volgen hoe Maja voor het eerst met Quentin zoent en hoe ze de waarheid over Regina probeert te ontfutselen terwijl de kaarsen op doodshoofden druipen en een heks overgeeft in een heksenketel. Er staan schitterende bespiegelingen en zinnen van Maja in die kenmerkend zijn voor het boek, waaronder reflecties op haar studiebegeleider: “Hij heette Gerhardus. terwijl hij pas 25 was. Echt zielig” (45) en “Gerhardhus had zich net uitgebreid voorgesteld, maar het was allemaal een beetje ene oor in, andere oor uit gegaan. Het enige wat ik had onthouden, was dat hij een hekel had aan stukjes appel in salades, maar ik wist niet precies meer wat de aanleiding was tot het delen van dit essentiële feit” (45). Van Campenhout vat met een vloeiende pen samen wat het betekent om te puberen, om je overal een verloren en vreemde eend in de bijt te voelen en om jezelf door het noodzakelijke kwaad genaamd school heen te moeten klunzen. Anders, Beter heeft een relativerende en humorvolle blik.

Het boek leest met zo’n heerlijk ontspannen David Bowie-swing dat je er bijna overheen zou lezen dat van Campenhout er subtiel wel behoorlijk fundamentele thema’s doorheen heeft geweven, zoals de vraag of je het als vrouw überhaupt wel kunt permitteren om boos te worden. Wat weer vragen oproept over hoe we tegen vurige en woeste vrouwen in deze wereld aankijken. Maja ervaart voortdurend de dreiging van het verliezen van haar zelfbeheersing, iets wat Regina op een valse en sluwe manier bij haar probeert uit te lokken. ‘Gewoon Zeggen Wat Je Ergens Van Vindt’ wordt vaak door de maatschappij en vrouwen onderling afgestraft; wat er volgens psychologen voor meisjes overblijft is dus niet openlijk schelden en tieren maar sluw passief-agressief doen, communiceren-met-toonwisselingen-veelzeggende-blikken-en-veel-laagjes, een kunst die Regina tot in de puntjes beheerst en Maja nagenoeg niet, waardoor het spanningsveld net als de sfeer tussen de nichtjes om te snijden is. Verhoudingen tussen vrouwen (in families en vriendschappen) zijn bovendien soms ingewikkeld: vriendinnen kunnen van partners-in-crime op hun weg naar zelfverwezenlijking tegelijkertijd in een competitief arch-nemsisschap verkeren, en dit ingehouden spanningsveld tussen de nichtjes maakt Van Campenhout op iedere bladzijde voelbaar. Ze definiëren zichzelf aan de hand van elkaar in dichotomieën: de één is datgene wat de ander niet is. Dat ze in werkelijkheid misschien veel dichter bij elkaar zitten dan hun ingesleten familieverhalen en patronen hen doen geloven (het was op een zeemeerminnenfeestje toen Maja zich voor het eerst realiseerde dat Regina beter gelukt was), is iets wat je als lezer langzaam begint te doorzien. Onder Regina’s opgeruimde perfectionisme schuilt hetzelfde zwart-wit-denken als onder Maja’s chaotische chagrijnigheid.

Maja’s groeipijnen ontstaan dan ook, zoals bij de meeste van ons, niet binnen haar familie maar in de buitenwereld: ze snapt niet dat haar vriendin Imogen zo supersociaal kan doen maar tegelijkertijd steeds moppert en roddelt als iemand zich omdraait, totdat Imogen verduidelijkt dat ze misschien hypocriet is maar ook overeind probeert te blijven. Van haar vriend Hoang snapt ze niet dat hij zo meewaait met de prestatiedrift op de sportschool, maar hij wijst haar er zonder woorden op dat hij er ook maar het beste van probeert te maken in een meritocratische maatschappij waarin hij op zichzelf en zijn prestaties is aangewezen. Maja begint te begrijpen dat de dingen niet altijd zijn wat ze op het eerste oog lijken en dat de wereld ingewikkelder in elkaar zit dan uitsluitend goede en slechte mensen. Of de winnaars en de verliezers. Vooral als heartthrob Quentin een omstreden poeder toch op de fitnessmarkt brengt om grof geld te verdienen, in een poging om zijn vaders onderneming voor een faillissement te behoeden, worden Maja’s denkbeelden op de proef gesteld.

Naarmate je als lezer meer tijd met haar doorbrengt, begin je te begrijpen dat ondanks dat Maja zichzelf niet als een goed mens ziet en een beetje zwartgeblakerd zelfbeeld heeft, ze ook niet voor haar plezier klasgenoten in elkaar timmert, maar misschien wel venijnigheden uit haar omgeving heeft opgepropt tot ze uit-naam-van-haar-vader is ontploft. Als Regina uit-naam-van-haar-vader haar eigen zenuwimplosie heeft en blijkt dat beide nichtjes met een eigen strategie probeerden om hun vaders te beschermen, wordt het boek naast grappig ook aangrijpend. Van Campenhout werkt toe naar een spannende ontknoping. Of zoals Connie Palmen ooit kernachtig schreef: de loyaliteit van een kind aan zijn ouders kent over het algemeen geen grenzen (bron: mijn moeder). Anders, Beter is tenslotte een pleidooi voor oog op de ontwikkelingspsychologie in het onderwijs: om adolescenten de tijd te gunnen om zichzelf te vinden en om met veel geklungel uit de verf te komen. Het boek roept de vraag op of perfectionisme je over de finish line trekt of dat het juist een milde en open blik op jezelf en je omgeving is, waardoor je rock steady door kunt ploegen.

Anders, Beter is in juni 2022 verschenen bij uitgeverij Blossom Books.

Aanbevolen artikelen