Vrijgevochten en hartverwarmend
Maartje Wortel reflecteert in Dennie is een star op de uitdagende expeditie die het leven heet, waarin elkaar liefhebben de kunst is, een ingewikkelde balanceer act die niet altijd lukt zonder gekke kattensprongen. Na het eindigen van haar relatie verandert Tedje in een meisjesverslindende stuntpiloot, wanhopig op zoek naar houvast. Temidden van al dat liefdesverdriet kan ze wel een mindfulnesstrainer gebruiken, en die vindt ze in een vosgekleurig boerderijkatje. Ze noemt hem Dennie, doopt hem in de Waddenzee en maakt ritjes met hem in de auto (‘Ik vertelde hem dat Emile Zola heeft gezegd dat zelfs de allerkleinste kat een meesterwerk is’). Zo beginnen ze samen aan een nieuw avontuur: de ingewikkelde dans van liefhebben en loslaten (‘Heel af en toe wil Dennie mijn aandacht, altijd als ik net geen tijd heb’), goedbedoelde intenties (‘Hoe kon ik die kat duidelijk maken dat pingpongballen en stukken van de voorpagina van de krant wel goed waren, maar dat ik geen dode dieren op mijn bed wilde?’), elkaar vragend aankijken (‘Ik weet niet wat hij wil’), omgaan met verwachtingen die niet worden ingelost (‘Als je niet afgewezen wil worden moet je geen roofdier in huis nemen’) en erop vertrouwen dat de ander weer thuiskomt.
Tedje en haar vrienden maken van Dennie hun God en stellen hem de grote vragen van het leven, waarop hij begint te spinnen. Een geweldige rol is weggelegd voor vriendin N., die het karakter van Tedje binnenstebuiten kent en optreedt als psychotherapeut (‘Ze loopt ronde na ronde met mij door het park’), trotse moeder (‘Je begon zomaar niet met oreren’), partner-in-crime (‘We waren voor achthonderd euro te hard en te enthousiast naar de supermarkt gereden zodat we zo snel mogelijk konden proosten op ons goedkope leven’) en rots in de branding (‘Er is niet veel meer wat N. kan doen voor mij dan rollen met haar ogen en vanwege haar nimmer aflatende vriendschap is dat wat ze doet.’)
In Dennie is een star freewheelt Wortel meer dan in haar vorige boeken met haar zinnen a la Meg Rosoff, wat resulteert in vrijgevochten proza. Ze sleept de kosmos en sterrenstof erbij (kinda), filosofeert over het bestaan (kinda), reflecteert op de liefde (kinda) – maar schittert vooral omdat aan al haar bespiegelingen een komische zwarte noot wordt toegevoegd. En het zijn juist die steenharde, doodeerlijke toevoegingen die het proza van Maartje Wortel zo hartverwarmend maken. Ze is zich er sterk van bewust dat onze dromen moeten opboksen tegen een weerbarstige werkelijkheid, waardoor we soms niet meer kunnen doen dan aanklooien. Het leven is een kwestie van aanrommelen, uit de bocht vliegen en weer opkrabbelen, maar dat geeft niet. De kracht van Dennie is een star is dat alle klunzigheid er gewoon mag zijn, zolang je hart maar op de goede plek zit.
Verschenen in AD Magazine 30/03/19